Als je mij langer volgt, dan weet je dat fotograferen één van mijn grootste hobby’s is. Ik doe het al zo’n vier jaar en nog steeds ben ik niet uitgeleerd over dit onderwerp. Laatst heb ik een fotografie workshop gevolgd waarin er een wereld voor me open ging. Ik kreeg daar handige feedback waardoor ik mijn vaardigheden heb verbeterd. Niet alleen op die workshop heb ik nieuwe tips gekregen, maar ook door de jaren heen heb ik heel wat ontdekt. In dit artikel deel ik er een aantal met jullie!
1. Een laag diafragma is niet altijd goed
Men denkt, en dat dacht ik eerst ook, dat een zo’n laag mogelijk diafragma altijd goed is. Hoe meer de achtergrond vervaagd is, hoe mooier, toch? Maar dat is niet altijd waar. Door een laag diafragma wordt het onderwerp waarop de camera focust steeds kleiner. Het kan daardoor dus zijn dat de randen van het product dat je fotografeert vervagen. Zelf heb ik dit héél vaak gehad maar was te koppig om het diafragma omhoog te zetten. Uiteindelijk heb ik toegegeven en kwam ik erachter dat je daardoor een onderwerp in z’n geheel op de foto kan zetten.
2. Draai rond met de camera
Het is soms moeilijk om te bepalen waar je de camera neer moet zetten. Draai er daarom een rondje mee. Je kan hierdoor niet alleen het mooiste plekje ontdekken om te fotograferen, maar ook welke richting het beste licht geeft. Het kan zijn dat daardoor je ideeën veranderen of dat je de plannen moet wijzigen. Wil je écht dat de camera in die ene positie staat? Kom dan op een later tijdstip terug waarin de zon op een ander punt staat.
3. Sta in de schaduw
Wil je zelf op de foto staan? Doe dat dan niet pal in de zon, maar in de schaduw. Hierdoor vermijdt je niet alleen spleetoogjes, maar heb je ook een zachtere foto. Door recht in het zonlicht te staan worden foto’s contrastrijker. Hierdoor vallen pukkels en wallen meer op.
4. Sta met je rug naar de lichtbron
Zodra je foto’s gaat maken van anderen of producten, moet je er voor zorgen dat je als fotograaf met de rug naar de lichtbron staat. Hierdoor vangt het object wat je fotografeert het licht op. Tegenlicht kan erg vervelend zijn op een foto en de kwaliteit verminderen of het onderwerp donkerder maken. Hiermee wil ik niet zeggen dat tegenlicht uit den boze is. Het kan namelijk ook erg leuk zijn om mee te experimenteren.
5. Golden hour
Dit is zo’n geval waarin tegenlicht wel geweldig kan zijn. Golden hour is naar mijn mening hét perfect moment om te fotograferen. De zon gaat dan namelijk onder waardoor er een gouden gloed over de wereld heen komt. Dit is erg mooi op foto’s want daardoor lijkt je huid prachtig. Met golden hour is het leuk om in het tegenlicht te staan. Hierdoor krijg je een gouden gloed om je heen. In de zomer maak ik vaak foto’s rond dit tijdstip. Ik vind het mooier en daarnaast is het dan buiten niet te warm. Op internet zijn genoeg sites die aangeven hoe laat golden hour begint want dat verschilt per dag.
6. Experimenteer er op los!
Fotograferen is iets waarin je alleen beter kunt worden zodra je het veel doet! Experimenteer er dus op los! Wordt geïnspireerd door Pinterest, Instagram of bladen. Maak het na of geef er je eigen draai aan. Daarnaast moet je soms ook uit je comfortzone stappen om je eigen stijl te ontwikkelen! Het leuke aan fotograferen is dat er niks goed of fout is, alles mag!
7. Leer je camera kennen
Een camera is een apparaat en op een apparaat zitten vaak instellingen. Laten die nou ontzettend veel op een fototoestel zitten. Het is uiteraard moeilijk om alles te begrijpen, soms zie ik door de bomen het bos ook niet meer. Toch is het belangrijk om er moeite in te steken. Hierdoor gaat een wereld van nieuwe mogelijkheden voor je open. Begin eerst met de standaardinstellingen en breid je kennis dan steeds iets meer uit. Als je elke dag een beetje gaat experimenteren, zul je je camera snel leren kennen.
Liefs,
Elles
Praat mee: